Vertaal
Naar andere talen: • former > DEformer > ENformer > ES
Vertalingen former FR>NL
[fɔʀme]

1 créer - vormen

  'former une nouvelle équipe'
  een nieuw team vormen


2 prendre l'apparence de ··· - vormen

  'La foule formait un cercle.'
  De menigte vormde een kring.


3 apprendre ··· à ··· - opleiden

  'former des apprentis'
  leerjongens opleiden


4 entrer dans la composition de ··· - vormen

  'Ils forment une belle famille.'
  Ze vormen een prachtig gezin.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
former (ww.) maken (ww.) ; vormgeven (ww.) ; vormen (ww.) ; vorm geven (ww.) ; vervaardigen (ww.) ; trainen (ww.) ; scheppen (ww.) ; opvoeden (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; oefenen (ww.) ; modelleren (ww.) ; kneden (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; harden (ww.) ; grootbrengen (ww.) ; formeren (ww.) ; coachen (ww.) ; boetseren (ww.) ; bijbrengen (ww.) ; bekwamen (ww.)
former blazen ; opleiden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `former`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accoutumer
FR: aguerrir
FR: aménager
FR: arranger
FR: assembler
FR: bâtir
FR: composer
FR: conditionner
FR: conformer
FR: constituer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: former une résolution NL: een besluit nemen