Vertalingen fendre FR>NL
[fɑ̃dʀ]1 couper dans la longueur - splijten
'fendre une bûche'
een haardblok splijten2 faire une ouverture, une cassure dans ··· - breken
'Le gel a fendu la pierre.'
De steen is gebroken door de vorst / is stukgevroren.3 fendre le cœur
faire de la peine - verdrieten
'Cela me fend le cœur.'
Dat verdriet me.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fendre (znw.) | de afsplitsing (v) |
fendre (ww.) | opdelen (ww.) ; ontploffen (ww.) ; openrijten (ww.) ; openscheuren (ww.) ; opsplitsen (ww.) ; ploffen (ww.) ; rijten (ww.) ; scheuren (ww.) ; splijten (ww.) ; splitsen (ww.) ; springen (ww.) ; uit elkaar rukken (ww.) ; uit elkaar spatten (ww.) ; uit elkaar springen (ww.) ; uit elkaar trekken (ww.) ; uiteensplijten (ww.) ; uiteentrekken (ww.) ; verscheuren (ww.) ; losscheuren (ww.) ; aan flarden scheuren (ww.) ; afsplijten (ww.) ; afsplijting (ww.) ; afsplitsen (ww.) ; barsten (ww.) ; delen (ww.) ; doorhakken (ww.) ; doorhouwen (ww.) ; doorklieven (ww.) ; doormidden hakken (ww.) ; doorsnijden (ww.) ; in tweeën houwen (ww.) ; inscheuren (ww.) ; klieven (ww.) ; kloven (ww.) ; kunnen stikken (ww.) |
fendre | afhakken ; spouwen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `fendre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: cliverFR: couperFR: craquelerFR: crevasserFR: disjoindreFR: diviserFR: entrouvrirFR: fêlerFR: fendillerFR: fissurerUitdrukkingen en gezegdes
FR: fendre l'air
NL: de lucht doorklievenFR: un bruit qui fend la tête
NL: een oorverdovend lawaaiFR: fendre un cheveu en quatre
NL: haarklovenFR: fendre le coeur
NL: het hart brekenFR: fendre la foule
NL: door de menigte dringenFR: geler à pierre
fendre
NL: vriezen dat het kraakt