Vertalingen établir FR>NL
[etabliʀ]1 installer - vestigen
'Il a établi son entreprise à Paris.'
Hij heeft zijn bedrijf in Parijs gevestigd.2 instaurer - instellen
'établir une loi'
een wet instellen3 rédiger - opstellen
'établir une facture'
een rekening opstellen4 prouver - vaststellen
'établir des faits'
feiten vaststellen5 commencer - aangaan
'établir des relations avec ··· '
betrekkingen aangaan met iemand© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
établir (ww.) | funderen (ww.) ; vestigen (ww.) ; vaststellen (ww.) ; stichten (ww.) ; settelen (ww.) ; oprichten (ww.) ; koloniseren (ww.) ; invoeren (ww.) ; instellen (ww.) ; grondvesten (ww.) ; gronden (ww.) ; formeren (ww.) ; determineren (ww.) ; bepalen (ww.) ; baseren (ww.) |
établir | aantonen ; tot stand brengen ; realiseren ; opzetten ; opstellen ; opmaken ; constateren |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `établir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aménagerFR: ancrerFR: baserFR: constituerFR: construireFR: disposerFR: doterFR: dresserFR: édifierFR: éleverUitdrukkingen en gezegdes
FR: établir un camp
NL: een kamp opslaanFR: établir un compte
NL: een rekening opmakenFR: établir un fait
NL: een feit vaststellen, stavenFR: établir les fondements
NL: de grondslagen leggenFR: établir un juge
NL: een rechter aanstellenFR: établir une machine
NL: een machine monterenFR: une réputation établie
NL: een gevestigde reputatieFR: établir des troupes
NL: troepen opstellenFR: il est établi
NL: het staat vast