Vertalingen expirer FR>NL
[ɛkspiʀe]1 faire sortir l'air des poumons - uitademen[ɛkspiʀe]1 se terminer - aflopen
'Le délai expire dans deux jours.'
De termijn loopt over twee dagen af.2 mourir - de laatste adem uitblazen
'Il a expiré dans mes bras.'
Hij heeft in mijn armen zijn laatste adem uitgeblazen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
expirer (ww.) | ademen (ww.) ; ademhalen (ww.) ; aflopen (ww.) ; aflopen met (ww.) ; doodgaan (ww.) ; ongeldig worden (ww.) ; overlijden (ww.) ; sterven (ww.) ; uitademen (ww.) ; uitblazen (ww.) ; verlopen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; vervallen (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `expirer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: se terminer par