Vertalingen alliance FR>NL
[aljɑ̃s]1 union entre des personnes, des pays - verbond - alliantie
'conclure une alliance'
een verbond sluiten2 mariage - huwelijk
'un cousin par alliance'
een aangetrouwde neef3 anneau de mariage - trouwring
'porter une alliance'
een trouwring dragen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
alliance (v) | de echtverbintenis (v) ; de vereniging (v) ; de verbondenheid (v) ; de trouwring (m) ; de trouwerij (v) ; de trouwdag (m) ; de saamhorigheid (v) ; het machtsblok ; huwelijksring (znw.) ; de huwelijksdag (m) ; het genootschap ; de coalitie (v) ; bruiloftsdag (znw.) ; de bruiloft ; de band (m) ; de associatie (v) ; de alliantie (v) ; het akkoord |
alliance | aanverwantschap ; verbond ; partijencombinatie ; alliantie |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `alliance`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: union conjugaleUitdrukkingen en gezegdes
FR: anneau d'
alliance
NL: trouwringFR: par
alliance
NL: aangetrouwd