Vertalingen dormir FR>NL
[dɔʀmiʀ]1 être dans un état de sommeil - slapen
'dormir dans son lit'
in zijn bed slapen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dormir (ww.) | maffen (ww.) ; meuren (ww.) ; pitten (ww.) ; slapen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dormir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: éveillerFR: reposerFR: sommeillerFR: somnolerUitdrukkingen en gezegdes
FR: laisser
dormir une affaire
NL: een zaak laten rustenFR: dormir debout
NL: omvallen van d. slaapFR: un conte à
dormir debout
NL: een onzinnig verhaalFR: qui dort dîne
NL: wie slaapt, heeft geen honger (spr.w)FR: il n'est pire eau que l'eau qui dort (spr.w)
NL: stille waters hebben diepe grondenFR: laisser
dormir des fonds
NL: fondsen renteloos laten liggenFR: dormir comme une marmotte,
dormir comme une souche
NL: slapen als een osFR: dormir la grasse matinée
NL: een gat in de dag slapenFR: ne
dormir que d'un oeil
NL: licht slapen, wantrouwen koesterenFR: dormir sur les deux oreilles
NL: vast slapen, zich veilig, zeker wanenFR: dormir à poings fermés
NL: vast slapenFR: dormir d'un profond sommeil
NL: vast slapenFR: dormir pour toujours
NL: dood zijn