Vertalingen sommeiller FR>NL
sommeiller (ww.) | doezelen (ww.) ; dommelen (ww.) ; dutten (ww.) ; gedachteloos zijn (ww.) ; sluimeren (ww.) ; soezen (ww.) ; suffen (ww.) ; verborgen aanwezig zijn (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sommeiller`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: dormirFR: somnoler