Vertaal
Naar andere talen: • dire > DEdire > ENdire > ES
Vertalingen dire FR>NL
[diʀ]

1 exprimer ··· en parlant - zeggen

  'dire ··· à ··· '
  iemand iets zeggen

  'Il m'a dit qu'il viendrait.'
  Hij zei me dat hij zou komen.

  'Je lui ai dit d'attendre.'
  Ik heb hem gezegd te wachten.

  'dire merci'
  bedanken

  'dire la vérité'
  de waarheid spreken


2   on dirait que
il semble que - het lijkt wel of

  'On dirait qu'il a plu.'
  Het lijkt wel of het geregend heeft.


3 exprimer dans une autre langue - zeggen

  'Comment dit-on "lune" en anglais ?'
  Hoe zegt men "maan" in het Engels?


4   vouloir dire
avoir telle signification - betekenen

  'Que veut dire ce mot ?'
  Wat betekent dit woord?


5 penser - denken

  'Qu'en dis-tu ?'
  Wat denk je ervan?


6   à vrai dire
en vérité - eigenlijk


7 décider - besluiten

  'Disons 8h demain.'
  Laten we morgen 8 u. afspreken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dire (ww.) beschrijven (ww.) ; luiden (ww.) ; opzeggen (ww.) ; verhaal vertellen (ww.) ; vertellen (ww.) ; wauwelen (ww.) ; zeggen (ww.)
dire opmerken ; praten ; spreken ; uitbrengen
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `dire`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accréditer
FR: affirmer
FR: alléguer
FR: annoncer
FR: articuler
FR: assurer
FR: avertir
FR: causer
FR: chuchoter
FR: colporter

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: c'est à  dire NL: d.w.z.
FR: pour ainsi dire NL: om zo te zeggen
FR: aussitôt dit, aussitôt fait NL: zo gezegd, zo gedaan
FR: c'est beaucoup dire NL: dat is sterk
FR: si le coeur vous en dit NL: als u zin hebt
FR: comme qui dirait NL: als het ware
FR: dites donc! NL: zeg eens!
FR: ou pour mieux dire NL: of beter gezegd
FR: sans mot dire NL: zonder iets te zeggen
FR: qui ne dit mot, consent NL: (spr.w.) wie zwijgt, stemt toe
FR: on dirait d'un fou NL: het is net of hij gek is
FR: les on-dit, les qu'en dira-t-on NL: de publieke mening, de praatjes der mensen
FR: il n'y a pas à  dire NL: ontegenzeglijk
FR: qu'est-ce à  dire? NL: wat betekent dat?
FR: que veut dire cela? NL: wat betekent dat?
FR: cela va sans dire NL: dat spreekt vanzelf
FR: soit dit entre nous NL: tussen ons gezegd
FR: soit dit en passant NL: in het voorbijgaan gezegd
FR: c'est tout dit NL: dat is alles
FR: à  vrai dire NL: om de waarheid te zeggen
FR: c'est dit NL: dat is afgesproken