Vertalingen bousculer FR>NL
[buskyle]1 pousser - opzijduwen
'se faire bousculer'
opzijgeduwd worden2 changer - omverwerpen
'bousculer des habitudes'
gewoontes op niets ontziende wijze veranderen3 presser - haasten
'Il n'aime pas être bousculé.'
Hij wenst niet opgejaagd te worden.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bousculer (ww.) | afduwen (ww.) ; bruuskeren (ww.) ; dringen (ww.) ; duwen (ww.) ; omduwen (ww.) ; omstoten (ww.) ; omverduwen (ww.) ; omverlopen (ww.) ; omverslaan (ww.) ; omverstoten (ww.) ; omwoelen (ww.) ; wegdringen (ww.) ; wegdrukken (ww.) ; wegduwen (ww.) ; wegschuiven (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `bousculer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: battreFR: bouleverserFR: culbuterFR: dérangerFR: faire tomberFR: harcelerFR: pousserFR: presserFR: renverserFR: troubler