Vertaal
Naar andere talen: • battre > DEbattre > ENbattre > ES
Vertalingen battre FR>NL
[batʀ]

1 frapper - slaan

  'battre un camarade de classe'
  een klasgenoot slaan


2 vaincre - verslaan

  'battre un adversaire'
  een tegenstander verslaan


3 mélanger - klutsen

  'battre des œufs'
  eieren klutsen


4   battre la mesure
marquer le rythme - de maat slaan
[batʀ]


1 faire des mouvements répétés - slaan

  'avoir le cœur qui bat'
  een bonzend hart hebben

  'battre des mains'
  in de handen klappen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
battre (ww.) omroeren (ww.) ; karnen (ww.) ; klakken (ww.) ; klapperen (ww.) ; kleppen (ww.) ; kloppen (ww.) ; kloppen met een hamer (ww.) ; klutsen (ww.) ; meppen (ww.) ; hengsten (ww.) ; raken (ww.) ; rammen (ww.) ; roeren (ww.) ; slaan (ww.) ; tikken (ww.) ; timmeren (ww.) ; treffen (ww.) ; hard slaan (ww.) ; aankloppen (ww.) ; aantikken (ww.) ; afbeuken (ww.) ; afkloppen (ww.) ; bekampen (ww.) ; beroeren (ww.) ; bestrijden (ww.) ; beuken (ww.) ; bevechten (ww.) ; bonken (ww.) ; dorsen (ww.) ; hameren (ww.)
battre gelijkstoten ; slaan ; scheuren ; heien
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `battre`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: administrer
FR: appliquer
FR: arpenter
FR: assommer
FR: bâtonner
FR: boxer
FR: calotter
FR: châtier
FR: claquer
FR: combattre

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: battre le blé NL: dorsen
FR: battre le briquet NL: vuur slaan
FR: battre la grosse caisse NL: de grote trom roeren
FR: battre la crème NL: karnen
FR: suivre les chemins battus NL: gebaande wegen volgen (figuurlijk)
FR: la mer bat les dunes NL: de zee slaat tegen de duinen
FR: battre le fer NL: het ijzer smeden
FR: il faut battre le fer pendant qu'il est chaud (spr.w) NL: men moet het ijzer smeden, als het heet is
FR: battre froid à  quelqu'un. NL: iemand koel bejegenen
FR: battre des habits, des tapis NL: kleren, tapijten kloppen
FR: battre monnaie NL: geld aanmunten, geld proberen te krijgen
FR: le canon bat les murailles NL: het kanon beschiet de muren
FR: battre des oeufs NL: eieren klutsen
FR: battre les oreilles à  quelqu'un. NL: iemand aan het hoofd zaniken
FR: battre le pavé NL: straatslijpen
FR: battre pavillon NL: de vlag voeren
FR: battre les bois NL: het wild opdrijven in de bossen
FR: battre la campagne NL: het land aflopen, doorslaan (figuurlijk)
FR: battre des ailes NL: klapwieken
FR: il ne bat plus que d'une aile NL: hij is vleugellam (figuurlijk)
FR: battre des pieds NL: trappelen, stampvoeten
FR: battre en retraite NL: terugtrekken
FR: battre son plein NL: in volle gang zijn