Vertaal
Naar andere talen: • accord > DEaccord > ENaccord > ES
Vertalingen accord FR>NL
[akɔʀ]

1   être d'accord
accepter ce qui est proposé ou dit - het eens zijn

  'Je suis d'accord avec toi.'
  Ik ben het met je eens.

  'Il est d'accord pour t'aider.'
  Hij is bereid je te helpen.


2   d'accord !
oui, entendu - afgesproken!

  'Tu nous rejoins ? - D'accord.'
  Kom je bij ons? - Oké.


3    tomber se mettre d'accord
trouver un arrangement - het eens worden


4 autorisation, permission - toestemming

  'donner son accord'
  zijn toestemming geven


5 bonne entente - overeenstemming

  'vivre en parfait accord'
  in volledige harmonie samenleven


6 arrangement, traité - overeenkomst - akkoord

  ' conclure signer un accord'
  een overeenkomst sluiten/tekenen


7 relation entre la forme des mots - overeenkomst

  'l'accord du participe passé'
  de overeenkomst van het voltooid deelwoord


8 association de notes - akkoord
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
accord (m) de goedkeuring (v) ; het vergelijk ; de vereffening (v) ; de verbondenheid (v) ; de transactie (v) ; de toelating (v) ; de schikking (v) ; het saamhorigheidsgevoel ; de saamhorigheid (v) ; de regeling (v) ; de overeenstemming (v) ; de overeenkomst (v) ; oké ; de instemming (v) ; de harmonie (v) ; groen licht ; de gemeenschappelijkheid (v) ; het fiat ; de eendracht ; de deal (m) ; het contract ; de compromis ; de bijval (m) ; het akkoord ; de afspraak
le accord verband ; toestemming
accord afspraak ; toestemming ; overeenkomst ; akkoord ; afstemming
Bronnen: Wikipedia; interglot; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `accord`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accepter
FR: affairé
FR: alliance
FR: arrangement
FR: charte
FR: cohésion
FR: concert
FR: conciliation
FR: concorde
FR: consentir

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: d'accord NL: goed, afgesproken
FR: d'un commun accord NL: eenstemmig
FR: mettre d'accord NL: tot overeenstemming brengen
FR: tomber d'accord NL: het eens worden