Vertalingen vociferar ES>NL
I vociferar
werkw.
hablar con un tono de voz elevado, especialmente a causa de un enfado -
schreeuwen Cuando se enoja, el jefe vocifera. - Als de baas boos wordt, schreeuwt hij. |
II vociferar
werkw.
dar a conocer una noticia con presunción -
opschepperig verkondigen Les vociferaba a sus amigos que lo habían ascendido. - Hij verkondigde opschepperig aan zijn vrienden dat hij een promotie had gekregen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vociferar (ww.) | juichen (ww.) ; vloeken (ww.) ; uitvaren tegen (ww.) ; tieren (ww.) ; tetteren (ww.) ; tekeergaan (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; schetteren (ww.) ; razen (ww.) ; luidkeels iets verkondigen (ww.) ; krijsen (ww.) ; ketteren (ww.) ; blaffen (ww.) ; jubelen (ww.) ; janken (ww.) ; huilen (ww.) ; gillen (ww.) ; fulmineren (ww.) ; foeteren (ww.) ; daveren (ww.) ; bulderen (ww.) ; brullen (ww.) ; blèren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vociferar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agredir de palabraES: ajearES: aullarES: balarES: berrearES: blasfemarES: bramarES: chillarES: chirriarES: clamar