Vertaal
Naar andere talen: • verificar > DEverificar > ENverificar > FR
Vertalingen verificar ES>NL

verificar

werkw.
Uitspraak:  [beɾifi'kaɾ]

1) comprobar la verdad o autenticidad de una cosa - nakijken
Verificó que no hubiera errores en el cálculo de los intereses. - Hij checkte of er geen fouten in de berekening van de rente zaten.

2) comprobar que algo funciona bien - uitproberen
Verificó el rendimiento de una máquina de la fábrica. - Hij heeft het prestatievermogen van een machine van de fabriek uitgeprobeerd.

3) realizar una cosa - uitvoeren
verificar un ingreso - een opname uitvoeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verificar (ww.) controleren (ww.) ; verifiëren (ww.) ; testen (ww.) ; onderzoeken (ww.) ; natrekken (ww.) ; natellen (ww.) ; narekenen (ww.) ; nagaan (ww.) ; keuren (ww.) ; inspecteren (ww.) ; doorvorsen (ww.) ; checken (ww.) ; bezichtigen (ww.) ; beproeven (ww.) ; bekijken (ww.)
verificar controleren ; uittesten ; toetsen ; reviseren ; proeven ; nazien ; fouten opsporen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `verificar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: analizar
ES: aquilatar
ES: averiguar
ES: buscar
ES: catar
ES: columbrar
ES: comparar
ES: comprobar
ES: confirmar
ES: constatar