vereda - Vertaling Spaans-Nederlands

Naar andere talen: • vereda > DE • vereda > EN • vereda > FR

Vertalingen vereda ES>NL

la vereda

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[be'ɾe ð a]

1) camino estrecho que ha formado el paso de personas y animales - voetpad

Atravesó el bosque por una vereda. - Hij stak het bos via een voetpad door.

2) parte de una calle ubicada a sus lados para el tránsito de peatones - trottoir

Salió a limpiar la vereda de su casa. - Hij ging naar buiten om het trottoir van zijn huis schoon te maken.
meter en vereda (=hacer que alguien tenga una vida ordenada y cumpla con sus obligaciones) - in het gareel brengen Le llevó trabajo, pero metió en vereda a su hijo menor. - Het kostte hem werk maar hij heeft zijn jongste zoon in het gareel gebracht.

Overige bronnen

la vereda (v)	het paadje ; stoep (f) ; het trekpad ; het trottoir ; het voetspoor
vereda	brandgang ; brandweg ; dreef ; koepad ; trottoir ; voetpad

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `vereda`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: atajo
ES: calzada
ES: camino
ES: camino rural
ES: carretera
ES: paso
ES: pisada
ES: senda