Vertalingen ventaja ES>NL
la ventaja
zelfst.naamw.
1) circunstancia que da superioridad en cierta cosa -
voordeel Jugar de local en un deporte se considera una ventaja. - Het thuisspelen in een sport wordt als een voordeel beschouwd. |
2) circunstancia que se tiene a favor en algo -
profijt Sacó ventaja de un descuido de su oponente. - Hij heeft profijt gehaald uit een onoplettendheid van zijn tegenstander. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la ventaja (v) | de baat ; de buitenkans ; het gewin ; de mazzel (m) ; de meevaller (m) ; het meevallertje ; het nut ; de nuttigheid (v) ; het profijt ; de tref (m) ; het voordeel ; het voordeeltje ; de winst (v) ; zegen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `ventaja`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: brevaES: convenienciaES: feliz coincidenciaES: fortunaES: gananciaES: gangaES: golpe certeroES: golpe de fortunaES: rendimientoES: sueldo