Vertalingen vagar ES>NL
vagar
werkw.
1) ir de un lugar a otro sin objetivo determinado o rumbo fijo -
rondzwerven Vagaba por la ciudad buscando donde cenar. - Hij zwierf door de stad op zoek naar een plaats om te avondeten. |
2) andar una cosa libre y sin un orden -
dwarrelen Recuerdos vagaban por su memoria y lo llenaban de melancolía. - Herinneringen dwarrelden door zijn hoofd en vulden hem met melancholie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vagar (ww.) | rondneuzen (ww.) ; zwerven (ww.) ; zwalken (ww.) ; wandelen (ww.) ; struinen (ww.) ; rondzwerven (ww.) ; rondwandelen (ww.) ; rondtrekken (ww.) ; rondsnuffelen (ww.) ; rondslenteren (ww.) ; rondscharrelen (ww.) ; aan de zwerf zijn (ww.) ; rondlopen (ww.) ; rondkijken (ww.) ; rondhangen (ww.) ; ronddwalen (ww.) ; ronddolen (ww.) ; omzwerven (ww.) ; om zich heen kijken (ww.) ; flaneren (ww.) ; dwalen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vagar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: andar sin rumboES: barzonearES: callejearES: circularES: curiosearES: dar una vueltaES: deambularES: errarES: extraviarseES: fisgar