1. MWB
  2. Vertalen
  3. trepar (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • trepar > DE • trepar > EN • trepar > FR
Vertalingen trepar ES>NL

trepar

werkw.
Uitspraak:  [tɾe'paɾ]

1) subir una altura usando los pies y las manos - klauteren
Trepó al tejado para buscar una pelota. - Hij klauterde het dak op om de bal te zoeken.

2) crecer enredándose en un soporte - klimmen
La enredadera trepó por la pared y la cubrió totalmente. - De klimplant is op het dak geklommen en heeft die helemaal bedekt.

3) subir de jerarquía en un trabajo valiéndose de cualquier medio - opklimmen
Logró trepar hasta la gerencia a costa de sus compañeros. - Het is hem gelukt om tot de directie op te klimmen ten koste van zijn collega´s.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trepar (ww.) naar boven klimmen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `trepar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: despegar
ES: elevarse
ES: encaramarse
ES: escalar
ES: gatear
ES: ir hacia arriba
ES: remontarse
ES: subir
ES: subirse
ES: surgir