Vertalingen sitio ES>NL
I el sitio
zelfst.naamw.
1) porción de espacio real o imaginario en que se encuentra algo -
plaats Dormimos en un sitio muy incómodo. - We hebben op een zeer ongemakkelijke plaats geslapen. |
2) porción de espacio destinado para un fin determinado -
plek En este sitio edificaremos nuestro hogar. - Op deze plek zal ons huis worden gebouwd. |
3) espacio real o figurado correspondiente a una persona con respecto a otras -
plaats Se ganó con esfuerzo un sitio en el equipo. - Hij heeft met moeite een plaats in het team verkregen. |
4) espacio de internet donde se ofrece determinada información -
(web)site La biblioteca tiene un sitio donde se puede consultar el catálogo de sus obras. - De bibliotheek heeft een website waar de catalogus van zijn werken kan worden geraadpleegd. |
poner en su sitio (=comunicar claramente a una persona su situación o función) - op zijn plaats zetten
A este alumno hay que ponerlo en su sitio. - Deze leerling moet op zijn plaats worden gezet.
|
II el sitio
zelfst.naamw.
operación militar de cercado de un lugar para lograr su rendición defensie -
belegering El sitio de la ciudad produjo el desabastecimiento de la población. - De belegering van de stad leidde tot een gebrek aan bevoorrading van de bevolking. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el sitio (m) | de accommodatie (v) ; het beleg ; de belegering (v) ; de hoek (m) ; de locatie (v) ; de onderbrenging (v) ; het onderdak ; het oord ; de plaats (v) ; de plek ; het plekje ; de streek |
sitio | site |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sitio`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acomodamientoES: albergueES: alojamientoES: asedioES: asientoES: cercoES: comarcaES: encierroES: espacioES: hospedaje