Vertalingen clausura ES>NL
la clausura
zelfst.naamw.
1) acción de cerrar o poner fin a algo -
sluiting | El inspector efectuó la clausura sanitaria del restaurante. - De inspecteur heeft de sanitaire sluiting van het restaurant tot stand gebracht. |
2) acto realizado al final de una reunión -
slotzitting | Asistimos a la clausura del congreso. - We hebben de slotzitting van het congres bijgewoond. |
3) vida retirada que llevan algunas comunidades religiosas religie -
afgezondering | un monasterio de clausura - een klooster van afzondering |
4) parte de una comunidad religiosa que es privativa de esa comunidad religie -
klooster | Está prohibido entrar en la clausura. - Het is verboden om het klooster binnen te gaan. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la clausura (v) | de afsluiting (v) ; de beëindiging (v) ; het dichtmaken ; het einde ; het slot ; de sluiting (v) |
| clausura | buitengebruikstelling ; sluiting |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `clausura`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: barreraES: cerraduraES: cierreES: desenlaceES: encierroES: finES: finalES: prisiónES: reclusión
