Vertaal
Naar andere talen: • saquear > DEsaquear > ENsaquear > FR
Vertalingen saquear ES>NL

I saquear

werkw.
Uitspraak:  [sa'keaɾ]

apoderarse por medio de la violencia de las cosas que se encuentra en un lugar - plunderen
Los soldados saquearon el palacio del rey. - De soldaten hebben het paleis van de koning geplunderd.


II saquear

werkw.

apoderarse de todo o de gran parte de una cosa - plunderen
Llegó del colegio y saqueó la cocina. - Hij kwam van school thuis en plunderde de keuken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
saquear (ww.) afstropen (ww.) ; afzoeken (ww.) ; brandschatten (ww.) ; geheel doorzoeken (ww.) ; leeghalen (ww.) ; leegplunderen (ww.) ; leegroven (ww.) ; leegstelen (ww.) ; ontstelen (ww.) ; plunderen (ww.) ; roven (ww.) ; uitknijpen (ww.) ; uitpersen (ww.) ; uitplunderen (ww.) ; uitzuigen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `saquear`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: apoderarse de
ES: birlar
ES: buscar
ES: desplumar
ES: despojar
ES: desposeer
ES: desproveer
ES: desvalijar
ES: expoliar
ES: expropiar