Vertalingen rezumar ES>NL
rezumar (ww.) | afdruipen (ww.) ; afdruppelen (ww.) ; dreinen (ww.) ; drenzen (ww.) ; dwingend huilen (ww.) ; jengelen (ww.) ; uitbeitelen (ww.) ; uitbikken (ww.) ; uitdruipen (ww.) ; uitdruppelen (ww.) ; uitlekken (ww.) ; wegsijpelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `rezumar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caer gota a gotaES: calarES: desplegarES: embeberES: empaparES: filtrarseES: gotearES: impregnarES: mojarES: pingar