Vertaal
Naar andere talen: • refractar > DErefractar > ENrefractar > FR
Vertalingen refractar ES>NL
refractar (ww.) barsten (ww.) ; begeven (ww.) ; breken (ww.) ; flippen (ww.) ; kapot gaan (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; kapotmaken (ww.) ; knakken (ww.) ; losspringen (ww.) ; moeren (ww.) ; mollen (ww.) ; onklaar raken (ww.) ; openspringen (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; stuk gaan (ww.) ; stukgaan (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `refractar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrirse bruscamente
ES: abrirse de golpe
ES: abusar de
ES: amortiguar
ES: caer
ES: cascar
ES: craquear
ES: declinar
ES: deformar
ES: derribar