Vertalingen ramificarse ES>NL
ramificarse
werkw.
| Uitspraak: | [ramifi'kaɾse] |
1) dividirse algo en partes provenientes del mismo origen -
zich vertakken | La familia se ha ramificado inmensamente. - De familie heeft zich eindeloos vertakt. |
2) extenderse las consecuencias de algo -
gevolgen hebben | La noticia se ramificó más allá de lo imaginable. - Het nieuws had onvoorstelbare gevolgen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| ramificarse (ww.) | aftakken (ww.) ; vertakken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ramificarse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: desviarES: separarse