Vertalingen pobre ES>NL
I pobre
bijv.naamw.
1) que no tiene lo necesario para vivir o desarrollarse -
arm una familia pobre - een arme familie |
2) que tiene poca cantidad -
armoedig un sueldo pobre - een armoedig salaris |
3) que despierta compasión -
arm pobre madre mía, enviudar tan joven - arm mens, om zo jong weduwe te worden |
II el pobre
zelfst.naamw.
persona que no tiene lo necesario para vivir o desarrollarse -
arme ayudar a los pobres - de armen helpen |
III ¡pobre!
tussenwerpsel
se usa para manifestar compasión ante las desgracias de otro -
wee ¡Pobre! de haberme enterado le hubiera acompañado. - Wee, als ik dat had geweten was ik met hem meegegaan. |
¡pobre de mí (nosotros)! (=se usa para mostrar compasión la persona que habla) - arme ik!
¡Pobre de mí!, ¿cómo solucionaré este trance? - Arme ik! Hoe moet ik deze moeilijke situatie oplossen?
|
¡pobre de ti (ustedes)! (=se usa para amenazar a otra persona) - durf het niet om
¡Pobre de ti si vuelves a escaparte de la escuela! - Durf het niet om weer van school weg te lopen!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pobre (znw.) | de sukkelaar (m) ; de armoedzaaiers ; de bliksem (m) ; de bliksemflits (m) ; de bliksemschicht (m) ; de bliksemslag (m) ; de flits (m) ; de pauper (m) ; de stakkerd (m) |
pobre | miserabel ; meelijwekkend ; niet overvloedig ; onbemiddeld ; ongegoed ; ongelukkige ; onvermogend ; pover ; rampzalig ; schamel ; schooierig ; schraal ; schriel ; sjofel ; sjofeltjes ; verlopen ; weinig ; ellendig ; arme drommel ; armelijk ; armetierig ; armoedig ; armzalig ; bar ; bekaaid ; berooid ; deerlijk ; deerniswekkend ; deplorabel ; dun ; er bekaaid afkomen ; erbarmelijk ; erg ; flodderig ; geen vet op de botten hebbende ; haveloos ; iel ; karig ; krap ; luizig ; luttel ; mager ; arm |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `pobre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abatidoES: abominableES: aciagoES: afligidoES: andrajosoES: apenasES: apuradoES: arruinadoES: atribuladoES: bajo