Vertalingen pilar ES>NL
el pilar
zelfst.naamw.
1) elemento arquitectónico de soporte para la estructura horizontal de una construcción -
pilaar | un pilar de mármol - een marmeren pilaar |
2) persona o cosa considerada como el fundamento de algo -
steunpilaar | Homero es el pilar de la literatura occidental. - Homerus is de steunpilaar van de westerse literatuur. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el pilar (m) | de zuil ; steunpilaar ; steunpaal (znw.) ; de pilaar (m) ; de pijler (m) ; hoofdpijler |
| pilar | steenhoop ; vakwerkmast ; steunbeer ; buffersokkel ; steen-pyramide ; staander ; pillar ; pilaar ; pijler ; kolom ; flip-chip-kussen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pilar`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: columnaES: contrafuerteES: lombrizES: muelleES: pilaES: posteES: puntalES: viga de apoyo
