Vertaal
Naar andere talen: • volar > DEvolar > ENvolar > FR
Vertalingen volar ES>NL

I volar

werkw.
Uitspraak:  [bo'laɾ]

1) trasladarse en el aire - vliegen
Las aves vuelan. - Vogels vliegen.

2) trasladarse en el aire por medio de un vehículo aéreo luchtvaart - vliegen
Volaron en una avioneta. - Ze vlogen in een sportvliegtuig.

3) trasladarse en el aire algo arrojado con violencia - rondvliegen
La pelota voló y rompió el cristal de la ventana. - De bal vloog de lucht in en brak het glas van het raam.

4) elevarse y moverse una cosa en el aire por acción del viento - opvliegen
Los papeles del escritorio volaron a causa del viento. - De papieren van het bureau vlogen op door de wind.

5) desaparecer una cosa o persona de manera rápida - snel verdwijnen
Los aperitivos volaron, estaban muy buenos. - De drankjes raakten heel snel op, ze waren heel lekker.

6) ir de un lugar a otro de manera rápida - vliegen
Su madre la llamó por teléfono y voló a su casa. - Zijn moeder belde haar en vloog naar haar huis.

7) pasar el tiempo de forma rápida - voorbijvliegen
Las horas vuelan cuando uno se divierte. - De tijd vliegt voorbij als men zich amuseert.

8) difundirse una noticia de manera rápida - snel bekend/verspreid worden
Los rumores vuelan. - De geruchten worden snel bekend.


II volar

werkw.

hacer explotar una cosa - opblazen
Las tropas volaron un fuerte enemigo. - Het leger hebben een vijandelijk fort opgeblazen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
volar (ww.) inscheuren (ww.) ; laten exploderen (ww.) ; navigeren (ww.) ; opblazen (ww.) ; opwaaien (ww.) ; per vliegtuig reizen (ww.) ; scheuren (ww.) ; vliegen (ww.) ; vliegtuig besturen (ww.) ; voorbijvliegen (ww.)
volar doen ontploffen ; doen springen ; ontploffen ; springen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `volar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: coger el avión
ES: desgarrar
ES: desgarrarse
ES: explosionar
ES: explotar
ES: hacer explotar
ES: ir en avión
ES: navigar
ES: pasar volando
ES: rasgar