Vertalingen período ES>NL
el período periodo
zelfst.naamw.
1) espacio de tiempo que incluye todo el desarrollo de un acontecimiento o acción -
periode | Terminé mi período de prueba en la empresa. - Ik heb mijn proeftijd in het bedrijf afgerond. |
2) espacio de tiempo que se caracteriza por un fenómeno determinado -
cyclus | un período de sequías - een droogtecyclus |
3) tiempo que demora un fenómeno en repetirse completamente -
fase | estudiar el período de las mareas - de fase van de getijden bestuderen |
4) flujo sanguíneo del útero expulsado por las mujeres aproximadamente una vez al mes -
ongesteldheid | Tengo atrasado el período este mes. - Ik ben deze maand nog niet ongesteld geweest. |
5) unidad cronológica de la geología geologie -
tijdperk | período cámbrico - tijdperk van het cambrium |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el período (m) | het poosje ; het uur ; de tussentijd (m) ; de tussenpoos ; het tijdvak ; het tijdsverloop ; de tijdsruimte (v) ; het tijdsgewricht ; de tijdsduur (m) ; het tijdsbestek ; de tijdruimte (v) ; de tijdrekening (v) ; het tijdperk ; de tijd (m) ; de termijn (m) ; het stadium ; de periode (v) ; parcoursetappe (znw.) ; de ontwikkelingsfase (v) ; de ongesteldheid (v) ; de menstruatie (v) ; het interim ; de fase (v) ; de era (m) ; de epoche (v) ; epoch (znw.) |
| el período | de halfwaardetijd (v) |
| periodo | fasetijd ; verjongingsperiode ; trillingstijd ; periode ; de halveringstijd (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `período`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: algún tiempoES: cicloES: cursoES: demoraES: duraciónES: edadES: épocaES: eraES: espacio de tiempoES: estadio
