Vertaal
Naar andere talen: • pertenecer > DEpertenecer > ENpertenecer > FR
Vertalingen pertenecer ES>NL

pertenecer

werkw.
Uitspraak:  [peɾtene'ɑueɾ]

1) ser algo de la propiedad de alguien - (toe)behoren
Este libro me pertenece. - Dit boek is van mij.

2) ser parte integrante de un conjunto - behoren
pertenecer a una asociación ecologista - tot een milieuvereniging behoren

3) ser una cosa obligación de alguien - toekomen
Este caso pertenece al juzgado civil. - Deze zaak komt toe aan het kantongerecht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pertenecer (ww.) behoren (ww.) ; horen (ww.) ; thuishoren (ww.) ; toebehoren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `pertenecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: atañer
ES: concernir
ES: corresponder
ES: formar parte de
ES: ser de
ES: tocar