Vertaal
Naar andere talen: • olfatear > DEolfatear > ENolfatear > FR
Vertalingen olfatear ES>NL

olfatear

werkw.
Uitspraak:  [olfate'aɾ]

1) aspirar por la nariz, sobre todo un animal, para captar cierto olor - ruiken aan
Los perros olfatearon la droga. - De honden roken aan de drugs.

2) curiosear en asuntos ajenos - snuffelen in
A mis vecinas les encanta olfatear la vida ajena. - Mijn buurvrouwen snuffelen graag in andermans levens.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
olfatear (ww.) besniffelen (ww.) ; besnuffelen (ww.) ; neus ophalen (ww.) ; sniffelen (ww.) ; snuffelen aan (ww.) ; snuffen (ww.) ; snuiven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `olfatear`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aspirar
ES: curiosear
ES: escarbar
ES: fisgar
ES: flirtear
ES: hurgar
ES: husmear
ES: inhalar
ES: oler
ES: oliscar