Vertaal
Naar andere talen: • inhalar > DEinhalar > ENinhalar > FR
Vertalingen inhalar ES>NL
inhalar (ww.) een snuif nemen (ww.) ; iets ophalen (ww.) ; inademen (ww.) ; inhaleren (ww.) ; insnuiven (ww.) ; opsnuiven (ww.) ; over de longen roken (ww.) ; snuiven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inhalar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: absorber por la nariz
ES: aspirar
ES: chinchar
ES: esnifar
ES: fumar inhalando
ES: husmear
ES: inspirar
ES: olfatear
ES: respirar
ES: sorber