Vertaal
Naar andere talen: • observar > DEobservar > ENobservar > FR
Vertalingen observar ES>NL

I observar

werkw.
Uitspraak:  [oβseɾ'βaɾ]

1) mirar atentamente - bekijken
observar una pintura - een schilderij bekijken

2) mirar algo con cautela - bestuderen
El ladrón pasó varios días observando la casa. - De dief kwam verschillende dagen langs om het huis te bestuderen.


II observar

werkw.

1) darse cuenta de algo - opmerken
Observó que el vecino había cambiado la decoración del jardín. - Hij merkte op dat de buurman de inrichting van de tuin had veranderd.

2) dar a conocer algo mediante palabras - signaleren
El autor observa en el capítulo 3 que es un procedimiento curioso. - De auteur signaleert in hoofdstuk 3 dat het een merkwaardige procedure is.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
observar (ww.) observeren (ww.) ; toezien (ww.) ; toeschouwen (ww.) ; toekijken (ww.) ; staren (ww.) ; signaleren (ww.) ; schouwen (ww.) ; opmerken (ww.) ; opletten (ww.) ; onderscheiden (ww.) ; aanblikken (ww.) ; merken (ww.) ; horen (ww.) ; bespeuren (ww.) ; bemerken (ww.) ; bekrachtigen (ww.) ; aanschouwen (ww.) ; aanmerken (ww.) ; aankijken (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `observar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar con la vista
ES: acceder a
ES: aconsejar
ES: acreditar
ES: actuar según
ES: advertir
ES: anunciar
ES: atender
ES: atender a
ES: atenerse a