Vertaal
Naar andere talen: • mirar > DEmirar > ENmirar > FR
Vertalingen mirar ES>NL

I mirar

werkw.
Uitspraak:  [miaɾ]

1) dirigir la vista hacia un punto - (be)kijken
mirar un cuadro - een schilderij bekijken

2) sopesar una decisión - overdenken
Mira bien lo que vas a hacer. - Denk goed na over wat je gaat doen.

3) buscar información sobre algo o alguien - naslaan
Mira en la guía la dirección del restaurante. - Zoek het adres van het restaurant op in de gids.

4) considerar a una persona de un modo determinado - beschouwen
Lo miran como a un santo. - Hij wordt beschouwd als een heilige.

5) perseguir un objetivo determinado - trachten
Estos impuestos miran a paliar la desigualdad. - Deze belastingen trachten de ongelijkheid recht te trekken.

6) examinar algo superficialmente - bekijken
No te puedo dar una opinión sobre el libro apenas lo he mirado. - Ik kan je geen mening geven over het boek omdat ik het nauwelijks heb bekeken.
uitdrukking bien mirado
uitdrukking mirar mal
uitdrukking mirar por encima del hombro


II mirar

werkw.

1) estar orientado en una dirección - uitkijken
Mi ventana mira a la calle - Mijn raam kijkt uit op de straat.

2) preocuparse por el estado o situación de algo o alguien - zorgen
No te quejes tu madre mira por tu bienestar. - Klaag niet, je moeder zorgt voor je welzijn.

3) llamar la atención sobre lo que se va a decir - uitkijken
¡Mira que la policía no te perdonará la multa! - Kijk uit, want de politie zal je niet sparen met een boete!


III mirar

werkw.

tener relación con lo expresado - betrekking hebben
En lo que mira a tu situación hablaremos después. - Met betrekking tot jouw situatie, daar zullen we het later over hebben.


IV mirarse

werkw.
Uitspraak:  [miaɾse]

1) dirigir la vista hacia un punto - zich bekijken
¡Mírate en el espejo! - Kijk eens naar jezelf in de spiegel!

2) procurar decir o hacer algo que resulte conveniente - erop letten
Se mira mucho de pronunciar ese nombre en mi presencia. - Hij let er goed op om die naam in mijn aanwezigheid uit te spreken.

3) tomar a alguien de ejemplo - als voorbeeld nemen
Mírate en tu hermano. - Neem je broer als voorbeeld.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mirar (ww.) aankijken (ww.) ; aanschouwen (ww.) ; blikken (ww.) ; blikken werpen (ww.) ; kijken (ww.) ; koekeloeren (ww.) ; onderscheiden (ww.) ; opletten (ww.) ; schouwen (ww.) ; speurend kijken (ww.) ; toekijken (ww.) ; toeschouwen (ww.) ; toezien (ww.)
mirar mikken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `mirar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar con la vista
ES: acechar
ES: advertir
ES: aquilatar
ES: atender
ES: atisbar
ES: buscar
ES: catar
ES: comprobar
ES: contemplar