Vertalingen menudo ES>NL
menudo, -da
bijv.naamw.
1) que es pequeño y delgado -
klein muchacho menudo - kleine jongen |
2) que es de poca importancia -
onbelangrijk conflicto menudo - onbelangrijk conflict |
a menudo (=muchas veces, de manera seguida) - vaak
Veo televisión a menudo. - Ik kijk vaak televisie.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
menudo | arm ; armetierig ; berooid ; dun ; geen vet op de botten hebbende ; iel ; mager ; petieterig ; pover ; schraal ; schriel ; nootjeskolen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `menudo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bajoES: chicoES: débilES: delgadoES: delgaduchoES: descarnadoES: diminutoES: enanoES: endebleES: enjuto