Vertalingen enano ES>NL
I enano, -na
bijv.naamw.
1) que es muy pequeño en su especie -
heel klein un perro enano - een heel kleine hond |
2) que tiene una estatura menor de la normal -
dwerg No puedes salir con ese chico porque es un enano. - Je kunt niet uitgaan met die jongen want het is een dwerg. |
II el/la enano, -na
zelfst.naamw.
1) pequeño personaje fantástico dotado de poderes mágicos -
kabouter En el cuento había un enano barbudo. - In het sprookje was er een bebaarde kabouter. |
2) persona de estatura sensiblemente menor de la normal -
dwerg una familia de enanos de circo - een familie van circusdwergen |
3) apelativo dirigido a los niños -
kleine opdonder Tu hijo es un enano muy travieso. - Jouw zoon is een kleine opdonder. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el enano (m) | het aardmannetje ; boosaardige kabouter (znw.) ; de dwerg (m) ; de gnoom (m) ; de kabouter (m) ; de kobold (m) ; het onderdeurtje |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `enano`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: diminutoES: gnomoES: liliputienseES: menudoES: pequeñoES: pigmeo