Vertalingen menos ES>NL
I menos
bijwoord
1) denota falta, inferioridad o disminución -
minder Debes ser menos impulsivo. - Je moet minder impulsief zijn. |
2) denota limitación -
minder Debes ir a menos de cien kilómetros por hora. - Je moet minder dan honderd kilometer per uur rijden. |
3) después de oraciones negativas intensifica lo dicho bajo las circunstancias mencionadas -
minder No es bueno que salga con este tiempo, y menos aún si está resfriado. - Het is niet goed dat hij met dit weer naar buiten gaat, en nog minder als hij verkouden bent. |
II el menos
zelfst.naamw.
signo matemático de resta -
minteken El signo menos se usa con los números negativos. - Het minteken wordt bij negatieve getallen gebruikt. |
III menos
voorzetsel
a excepción de -
behalve Hago todo menos postergar el viaje. - Ik doe alles behalve het uitstellen van de reis. |
al menos / por lo menos (=indica el mínimo) - op zijn minst
Compraron al menos veinte libros. - Ze hebben op zijn minst twintig boeken gekocht.
|
a menos que (=a no ser que) - tenzij
No iré a menos que tu vayas también. - Ik ga niet, tenzij jij wel gaat.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
menos (znw.) | het minteken |
menos | met uitsluiting van ; vunzig ; uitgezonderd ; triviaal ; schunnig ; platvloers ; plat ; onedel ; minus ; minst ; minder ; min ; lomp ; laaghartig ; laag-bij-de-grond ; laag ; in mindere mate ; grof ; gemeen ; buiten ; beperkter ; behalve ; banaal ; voor |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `menos`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: a excepción deES: a sotaventoES: acostumbradoES: amén deES: andrajosoES: aparte deES: bajamenteES: bajoES: banalES: bruto