Vertalingen mandato ES>NL
el mandato
zelfst.naamw.
1) orden que da un superior a un subordinado -
bevel Recibí un mandato del rey. - Ik heb een bevel van de koning ontvangen. |
2) ejercicio de un cargo de representación y gobierno -
mandaat Su mandato se recordará como uno de los más equitativos. - Zijn mandaat zal worden herdacht als een van de meest rechtvaardige. |
3) período que dura este cargo -
ambtsperiode un mandato de cuatro años - een ambtsperiode van vier jaar |
4) contrato en que una parte cede su representación a otra -
lastgeving Las partes firmaron el mandato. - De partijen ondertekenden de lastgeving. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el mandato (m) | het bevel ; het voorschrift ; het samenraapsel ; opdracht (c) ; de mengelmoes ; het mandaat ; de lastgeving (v) ; de kennisgeving (v) ; de instructie (v) ; de dienstorder ; het allegaartje ; de aanzegging (v) ; de aanwijzing (v) |
mandato | ambtstermijn ; opdracht ; mandaat ; lastgeving ; controleopdracht ; besturingssignaal |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `mandato`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: autoridadES: autorizaciónES: avisoES: carta-poderES: circularES: comandoES: conjuntoES: cuadrillaES: desbarajusteES: desorden