Uitspraak: | [kon'xunto, -ta] |
Tuvo un pensamiento conjunto al de su esposa. - Hij had een gezamenlijke gedachte met die van zijn vrouw. |
Tenía un conjunto de juguetes tirados en el piso. - Hij had een hele hoop speelgoed dat op de vloer lag. |
un conjunto de ropa interior - een set ondergoed |
Fuimos a escuchar a un nuevo conjunto de rock al bar. - We gingen naar het café om een nieuwe rockgroep te horen. |
El conjunto de la educación debe luchar por el conocimiento y la igualdad de oportunidades. - Het onderwijsstelsel dient te vechten voor de kennis en de gelijkheid van kansen. |