Vertalingen maldad ES>NL
la maldad
zelfst.naamw.
1) calidad de lo que se hace con intenciones perversas -
slechtheid | Tiene los ojos llenos de maldad. - Zijn ogen zit vol slechtheid. |
2) tendencia a hacer daño -
kwaadaardigheid | obrar con maldad - handelen met kwaadaardigheid |
3) acción que se hace en perjuicio de otro -
gemene streek | ¿No te cansas de tramar maldades? - Word je niet moe van het uithalen van gemene streken? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la maldad (v) | de listigheid (v) ; de virulentie (v) ; de verbolgenheid (v) ; de venijnigheid (v) ; het venijn ; de snoodheid (v) ; de sluwheid (v) ; de slinksheid (v) ; de schurkachtigheid (v) ; de satan (m) ; de demon (m) ; kwaad (znw.) ; de gramschap (v) ; de gladheid (v) ; de giftigheid (v) ; de gewiekstheid (v) ; de gemeenheid (v) ; de duivel (m) ; de doortraptheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `maldad`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: astuciaES: calidad de maloES: demonioES: despechoES: diabloES: disgustoES: enfadoES: enojoES: falsedadES: fealdad
