Vertalingen falsedad ES>NL
la falsedad
zelfst.naamw.
1) falta de verdad o de sinceridad -
valsheid La falsedad de su argumento hirió a la mujer. - De valsheid van zijn redenering heeft de vrouw gekwetst. |
2) hecho o dicho falso -
onwaarheid No quiero escuchar más falsedades. - Ik wil niet nog meer onwaarheden horen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la falsedad (v) | geaffekteerdheid (znw.) ; de gekunsteldheid (v) ; de gemaaktheid (v) ; de huichelarij (v) ; de hypocrisie (v) ; de leugenachtigheid (v) ; de misleiding (v) ; de onechtheid (v) ; de onnatuurlijkheid (v) ; de onoprechtheid (v) ; de verraderlijkheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `falsedad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: adulteraciónES: amaneramientoES: ardidES: artificialidadES: astuciaES: bolaES: calumniaES: chismeES: chismorreoES: comadreo