Vertalingen lío ES>NL
el lío
zelfst.naamw.
1) conjunto de ropas u otras cosas atadas o envueltas unas con otras -
bundel | un lío de sábanas - een bundel lakens |
2) conflicto del cual no se sabe cómo salir -
probleem | meterse en líos - zich in de nesten werken |
3) relación amorosa o sexual que no implica compromiso -
verhouding | Tuvo un lío con su secretaria. - Hij heeft een verhouding met zijn secretaresse gehad. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el lío (m) | de heisa (m) ; de vrijage (v) ; de verwikkeling (v) ; het scharrelpartijtje ; de rottigheid (v) ; het probleem ; de plot (m) ; de liaison ; het krakeel ; de intrige ; het geharrewar ; het gedoe ; de drukte (v) ; de complicatie (v) ; de bundel (m) ; de bos (m) ; de affaire |
| lío | problemen (p) ; warboel ; sores (c) |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `lío`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bultoES: confusiónES: desordenES: embalajeES: embrolloES: enredoES: envoltorioES: fajoES: fardelES: fardo
