Vertalingen lástima ES>NL
la lástima
zelfst.naamw.
1) sentimiento de compasión por quienes sufren desgracias -
medelijden | No necesito tu lástima. - Ik heb je medelijden niet nodig. |
2) cualquier cosa que cause disgusto -
spijtig iets | Es una lástima que seas tan ingrato. - Het is spijtig dat je zo ondankbaar bent. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| lástima (znw.) | de barmhartigheid (v) ; het mededogen ; de meewarigheid (v) ; de zieligheid (v) |
| la lástima (v) | de deernis (v) ; het medelijden |
| lástima | betreurenswaardig ; jammerlijk ; onbevredigend ; ontoereikend ; onvoldoende ; sneu ; spijtig ; teleurstellend ; zonde |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `lástima`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caridadES: clemenciaES: compasiónES: condolenciaES: conmiseraciónES: enternecimientoES: graciaES: mercedES: misericordiaES: piedad
