Vertalingen latino ES>NL
I latino, -na
bijv.naamw.
Uitspraak: | [la'tino, -na] |
1) relacionado con el antiguo Imperio Romano o sus habitantes -
Latijns un senador latino - een Latijnse senator |
2) relacionado con la lengua hablada en este imperio taalkunde -
Latijns un tratado de oratoria latina - een verhandeling van Latijnse redekunst |
3) relacionado con los pueblos que hablan lenguas derivadas del latín -
Latijns cultura latina - Latijnse cultuur |
4) que es distintiva de estos pueblos -
Latijns espíritu latino - Latijnse aard |
5) que tiene relación con los países latinoamericanos -
Latijns-Amerikaans La comunidad latina constituye la segunda minoría la población estadounidense. - De Latijns-Amerikaanse gemeenschap is de tweede minderheid van de Noord-Amerikaanse bevolking. |
II el/la latino, -na
zelfst.naamw.
1) persona era del antiguo Imperio Romano -
Latijn , Latijnse una tropa de latinos - een Latijnse troepenmacht |
2) persona que es de un país en que se habla una lengua derivada del latín -
persoon van het Middellandse Zeegebied Encontré muchos latinos en mi viaje por Asia. - Ik heb veel mensen van het Middellandse Zeegebied ontmoet tijdens mijn reis door Azië. |
3) persona que es de Latinoamérica -
Latijns-Amerikaan , Latijns-Amerikaanse Hay treinta millones de latinos en Estados Unidos. - Er wonen dertig miljoen Latijs-Amerikanen in de Verenigde Staten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `latino`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: romanceES: románicoES: romano