Vertaal
Naar andere talen: • abuelo > DEabuelo > ENabuelo > FR
Vertalingen abuelo ES>NL

abuelo, -la

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [aˈβwelo, -la]

padre o madre del padre o la madre de alguien - grootvader, grootmoeder , opa, oma
abuela paterna - grootmoeder van vaderszijde

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el abuelo (m) de bompa (m) ; de grootouder (m) ; grootpapa (znw.) ; de grootvader (m) ; de opa (m)
abuelo grootouder ; grootvader ; opa
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `abuelo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abuela
ES: abuelita
ES: abuelito
ES: abuelos
ES: antecesor
ES: ascendiente
ES: bisabuelo
ES: nana
ES: padre
ES: progenitor