Vertaal
Naar andere talen: • internar > DEinternar > ENinternar > FR
Vertalingen internar ES>NL

I internar

werkw.
Uitspraak:  [inteɾ'naɾ]

1) introducir a una persona en un lugar - naar binnen voeren
El guía nos internó en el corazón del bosque. - De gids voerde ons diep in het bos mee.

2) ingresar a una persona en una institución para que permanezca en ella - opnemen
Internarán en un reformatorio a delincuentes juveniles. - Ze zullen jonge misdadigers in een tuchthuis opnemen.


II internarse

werkw.
Uitspraak:  [inteɾ'naɾse]

1) ingresar en una institución para permanecer en ella - zich laten opnemen
internarse en un manicomio - zich laten opnemen in een gekkenhuis

2) penetrar un territorio y avanzar hacia su parte más interna - binnendringen
internarse en la montaña - het gebergte binnendringen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
internar (ww.) detineren (ww.) ; gevangenhouden (ww.) ; in hechtenis houden (ww.) ; vasthouden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `internar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adentrar
ES: atar
ES: calzar
ES: detener
ES: encerrar
ES: enclaustrar
ES: incomunicar
ES: tener agarrado