Vertaal
Naar andere talen: • interior > DEinterior > ENinterior > FR
Vertalingen interior ES>NL

I interior

bijv.naamw.
Uitspraak:  [inte'ɾjoɾ]

1) que está dentro de una cosa - binnen-
un jardín interior - een binnentuin

2) que tiene relación con la parte espiritual o mental de las personas - innerlijk
tener calma interior - innerlijke kalmte hebben

3) que pertenece y afecta al país del que se habla - binnenlands
Se acentúa la deuda interior. - De binnenlandse schuld neemt toe.


II el interior

zelfst.naamw.

1) parte de dentro de una cosa - binnenkant
el interior de una habitación - de binnenkant van een kamer

2) parte central de un país, en oposición a las costas y fronteras - binnenland
Hubo una gran huelga en un pueblo ganadero del interior. - Er was een grote staking in een veehoudend dorp van het binnenland.

3) zona de un país, en oposición a su capital - binnenland
una provincia del interior - een provincie van het binnenland

4) lugar donde se hallan los sentimientos y pensamientos de las personas - binnenste
Guardó la pena en su interior. - Hij stopte zijn verdriet weg.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
interior (znw.)het interieur ; het innerlijk ; de binnenzijde ; de binnenlanden ; het binnenland ; de autochtoon ; het achterland
el interior (m) de binnenkant (m)
interior van binnen ; middelste ; inwendige ; inwendig ; intern ; inlands ; inheems ; geestelijk ; binnenste ; binnenste gedeelte
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `interior`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: al
ES: anímico
ES: árbitro
ES: centro
ES: centrocampista
ES: defensa central
ES: defensa derecho
ES: defensa izquierdo
ES: defensa lateral
ES: del alma