Vertalingen intercambiar ES>NL
intercambiar
werkw.
Uitspraak: | [inteɾkam'bjaɾ] |
dar una cosa a alguien recibiendo asimismo algo de su parte -
uitwisselen Intercambiamos nuestros números telefónicos. - We hebben onze telefoonnummers uitgewisseld. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
intercambiar (ww.) | fluctueren (ww.) ; met elkaar verwarren (ww.) ; omwisselen (ww.) ; ruilen (ww.) ; uitwisselen (ww.) ; variëren (ww.) ; verruilen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; wisselen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `intercambiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anadearES: arrojarES: balancearES: balancearseES: bambolearseES: cambiarES: columpiarseES: confundirES: dar bandazosES: desequilibrarse