Vertalingen infinito ES>NL
I infinito, -ta
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [infi'nito, -ta] |
1) que no tiene ni puede tener límite o término -
oneindig | Los números naturales son una serie infinita. - De natuurlijke cijfers zijn een oneindige reeks. |
2) que es muy numeroso o excesivo -
eindeloos | tener un ansia infinita - een eindeloze begeerte hebben |
II el infinito
zelfst.naamw.
espacio que no tiene límites -
oneindige | contemplar el infinito - het oneindige aanschouwen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| infinito (znw.) | de oneindigheid (v) ; de eindeloosheid (v) ; de eeuwigheid (v) |
| infinito | ongelimiteerd ; vaag ; troebel ; richtingloos ; peilloos ; onklaar ; onhelder ; onduidelijk ; onbepaald ; niet helder ; niet duidelijk ; grenzeloos ; eindeloze duur ; eeuwige leven ; eindeloos ; oneindig |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `infinito`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: absolutoES: con toda libertadES: confusoES: cuestionableES: defectuosoES: desmesuradoES: dudosoES: espinosoES: eternidadES: ilimitado
