inferior

Vertalingen inferior ES>NL

bijv.naamw.

Uitspraak:

[infe'ɾjoɾ]

1) que se encuentra debajo de otra cosa - lager

Mis padres viven en el piso inferior. - Mijn ouders wonen op de lagere verdieping.

2) que es menor que otro en cantidad, calidad o importancia - minder

Vivo con un sueldo muy inferior al tuyo y no me quejo. - Ik leef met een veel lager salaris dan het jouwe en ik klaag niet.

3) que es malo - minderwaardig

cemento de calidad inferior - cement van minderwaardige kwaliteit

Overige bronnen

inferior (znw.)	de ondergeschikte ; de mindere
inferior	laagste ; zwak ; waardeloos ; vuig ; tweederangs ; slecht ; onedel ; ondeugdelijk ; onderste ; ondermaats ; niet hoog ; minderwaardig ; laagstaand ; laaghartig ; laag-bij-de-grond ; laag liggend ; laag ; inferieur ; gemeen ; diep ; benedenste ; banaal ; arm ; neder ; onder-

Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `inferior`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: a sotavento
ES: abyecto
ES: acostumbrado
ES: andrajoso
ES: bajamente
ES: bajo
ES: banal
ES: canalla
ES: condenado
ES: corriente

Zojuist vertaald