Vertalingen incendiar ES>NL
incendiar (ww.) | aansteken (ww.) ; afbranden (ww.) ; doen branden (ww.) ; in de fik steken (ww.) ; leegbranden (ww.) ; ontsteken (ww.) ; platbranden (ww.) ; uitbranden (ww.) ; vuur maken (ww.) ; vuurmaken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `incendiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrasarES: alzarES: arderES: calcinarES: carbonizarES: chamuscarES: chamusquearES: comenzarES: crepitarES: encender