Vertalingen incapaz ES>NL
incapaz
bijv.naamw.
1) que no puede lograr o hacer determinada cosa -
niet in staat | un gobernador incapaz de tomar una decisión - een gouverneur die niet in staat is om een besluit te nemen |
2) que no está en condiciones de atreverse a hacer determinada cosa -
niet in staat | Tu hijo es incapaz de ser responsable. - Jouw kind is niet in staat om verantwoordelijk te zijn. |
3) [persona] que tiene un desarrollo mental inferior al norma -
zwakbegaafd | Tiene un hijo incapaz. - Hij heeft een zwakbegaafde zoon. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| incapaz (m) | f (niet in staat) |
| incapaz | aanmatigend ; dorps ; incapabel ; incompetent ; onbekwaam ; onbeschaamd ; onbeschoft ; ondeskundig ; ongegeneerd ; ongelikt ; ongeschikt ; respectloos |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `incapaz`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aldeanoES: arroganteES: aturdidoES: brutoES: campesinoES: con desenvolturaES: de modo inadecuadoES: de puebloES: demasiado desenvueltoES: desafilado
